GR 15 etappe Eupen - Jehanster

Het uitgestrekte Hertogenwoud zet de toon gedurende het grootste deel van de tocht. Het stuwmeer van de Gileppe doet de bomen even vergeten, en eenmaal in open gebied zijn het de typische haaglandschappen die zich laten bewonderen. 

 

 De kaart 

Details GPS Track
Lengte track 20.89 km
Totale stijging 511 m
Totale daling 444 m
Moeilijkheidsgraad 3/4 - Beetje inspannend
Categoriën Wandelen GR 15

  
(deze track toont de route zoals ze in sept. 2023 te zien was op grsentiers.org, de website van de Waalse GR organisatie; raadpleeg altijd die website om je te informeren over de meest recente situatie)
 
 

Reis info

Eupen is makkelijk te bereiken met de trein vanuit Brussel en Liège.
De wandeling start aan de bushalte Eupen Bellmerin (in de benedenstad) die je bereikt met TEC bus 725. Je neemt die bus aan het treinstation of in Eupen Bushof. De busrit duurt geen 10 minuten.

De tocht eindigt in Jehanster, een dorp iets ten zuiden van Verviers. TEC bus 703 brengt je vanaf de halte Terminus in ongeveer 20 minuten naar Verviers Gare Centrale. Dit station ligt op dezelfde lijn Eupen - Liège - Leuven - Brussel.
Iets verder in Jehanster stoppen bussen 294, 295 en 395. Ook die rijden naar Verviers, maar ze rijden op langere trajecten en hebben een lagere frequentie.

(Controleer deze info altijd met de websites en de apps van de betrokken openbaar vervoer maatschappijen - SNCB, De Lijn, Le Tec, STIB, .... Uurroosters wijzigen regelmatig en verschillen ook naargelang dag en tijdstip van je verplaatsing)

 

De wandeling - Juni 2023

Een onverhard pad voert over de flank van de Schorberg heuvel naar Eupen-Haas waar een binnendoortje ons doet uitkomen bij de Sint-Jozefskerk. Het elegante neogotische bouwwerk dateert van midden 19de eeuw, Hier in de benedenstad van Eupen, vlak bij de Vesder, was de textielindustrie toen in volle bloei.
We steken de Vesder over en volgen een pad langs de Eupense kabelfabrieken. Bij een kruis en een oude grenspaal stappen we het bos in en komen bij de Escherbach die wat verder uitmondt in de Vesder. Tot 1920 lag hier de grens met Duitsland. In dat jaar werden de Oostkantons bij België gevoegd en werden de in 1839 geplaatste grenspalen een geschiedkundig curiosum.

Stroomopwaarts stappend langs de Escherbach worden we al vlug helemaal opgeslokt door het enorme Hertogenwoud. Kilometerslang doorkruisen we over brede bospaden het bos zonder ook maar iets of iemand tegen te komen. Wat vooral opvalt is de stilte, een stilte die nog versterkt wordt door het rustig kabbelende water in de vele beken en slootjes die overal uit het niets opduiken. Soms lijken die kabbelgeluiden op mensenstemmen die je doen denken dat er toch nog anderen in de buurt zijn. Af en toe durft een vogel het aan om even een paar hoge noten aan het stiltepallet toe te voegen, maar voor de rest beweegt er amper iets in het majestueuze woud. Onderweg vertellen een paar infoborden dat het er hier niet altijd even rustig aan toe ging. In pre-industriële tijden werd op tal van plaatsen ijzererts gedolven en gesmolten in primitieve hoogovens. Ontelbare ijzerslakken en enkele schachten getuigen ook nu nog van die activiteit, maar zelf krijgen we daar niets van te zien. De natuur had al verschillende mensengeneraties de tijd om hun sporen uit te wissen. Wat verder gaat het over Wereldoorlog I. De Duitsers legden toen maar liefst 60 km smalspoor aan in deze bossen. Ze hadden enorme hoeveelheden hout nodig voor hun loopgraven en kampementen. Hout was er hier in overvloed en goedkoop. Via het smalspoor voerden ze het naar Perkiets, een gehucht van Membach, waar het hout overgeladen werd op het reguliere spoorwegnet. 

Na zowat 8 km duikt het stuwmeer van Gileppe op tussen de bomen. Een ligbank nodigt uit om de stilte in het bos te beleven. Nogal overbodig, want die stilte beleven we al kilometers lang, we hoeven er alleen maar voor door het bos te stappen. Een uitzichtpunt nodigt uit om een fotootje te nemen van het meer. Een dalend rotsachtig paadje brengt ons op een brede asfaltweg.
We wandelen de stuw over die beheerst wordt door het meer dan 13 m hoge leeuwenbeeld. De kolos kijkt richting Duitsland, en daar is een goede reden voor. De textielindustrie was afhankelijk van een continuë toevoer van zuiver water uit de Vesder. Eupen dat toen nog in Duitsland lag, kon als eerste gebruik maken van het water, en naarmate het zijn industrie verder ontplooide, kregen de Belgische textielbedrijven meer en meer af te rekenen met een onregelmatige watertoevoer en vervuild water. Om die problemen op te lossen werd beslist het stuwmeer aan te leggen. De dam werd ingehuldigd in 1878 door Leopold II. De leeuw kon men toen zien als de opgestoken middelvinger van de Belgische koning naar de Duitsers. Door het water van de Gileppe dat afkomstig is uit het Belgische deel van de Hoge Venen, konden de textielbaronnen van Verviers terug ongehinderd hun activiteiten verder uitbouwen.
Tegelijkertijd werd ook ingegaan op de vraag van de bevolking om in Verviers een waterleidingen netwerk uit te bouwen. Daarbij werden vooral smeedijzer en loden buizen gebruikt. Omdat de industriebazen niet wilden dat het water gezuiverd werd, zorgde vooral de hoge zuurtegraad van het Veenwater ervoor dat de bevolking langzaam maar zeker in erge mate aan loodvergiftiging (saturnisme) ging lijden. Alhoewel de negatieve gevolgen van saturnisme al lang bekend waren, duurde het nog tot de jaren 1980 vooraleer het gemeentebestuur besliste om de waterleidingen voor privé- en industrieel gebruik te scheiden, en een zuiveringsstation te bouwen dat in werking trad in 1992.
We beslissen een rustpauze in te lassen en vinden nog net een plaatsje op het terras van de taverne aan het stuwmeer. En toevallig verkopen ze daar nu toch wel een frisse pils van het merk Lionne ... Het biertje ging er vlot in. Het wordt geproduceerd in de artisanale Grain d'Orge brouwerij in Plombières (Land van Herve). Wie het omliggende landschap nog wat ruimer wil bekijken, kan terecht in de panoramatoren waar eveneens gelegenheid is voor een natje en een droogje. Als we terug verder stappen, ontdekken we de ruime autoparking achter de stuwdam. Het verklaart waarom het stuwmeer op mooie dagen altijd een drukbezochte plek is. Typisch hedendaags toerisme: sightseeing zonder inspanning. Even de auto uit, en dan weer verder tuffen, of elektrisch verder zoeven.

Het GR 15 traject volgt nu het valleitje van de Borchène beek. Aangekomen bij de beek stoten we onmiddellijk weer op een stuwdam, maar dan een miniatuurversie als je het vergelijkt met de Gileppedam. Vijf jaren voor de grote stuwdam in gebruik genomen werd, leidde men het water van de Borchène al af naar de textielbedrijven in Verviers. Dat ging door tot 1897 toen na een epidemie van buiktyfus deze watertoevoer naar Verviers afgesloten werd.

We volgen de beek stroomopwaarts, en na ze verlaten te hebben passeren we een spijkerboom. De beuk draagt de naam "Le Clawe Fawe". Nagels in een boomstam slaan was een oud gebruik waarmee men dacht ziektes te verdrijven door ze in een boom te slaan. Vooral in de provincie Liège zijn er nogal wat spijkerbomen bekend. Dit exemplaar wordt zelfs vermeld op een internationale website over monumentale bomen. Het kruis bij de boom heeft in tegenstelling tot wat men zou verwachten, geen historische betekenis. Het is eigenlijk een grap van leden van een jeugdbeweging die het kruis hier in 1985 geplaatst hebben. Ze "leenden" het ergens op een kerkhof omdat het dezelfde naam droeg van een van hun leiders.
Na zo'n 12 km stappen verlaten we eindelijk het grote Hertogenwoud. Plots kijken we uit op de heuvelende haaglandschappen die zo typisch zijn voor de streek rond Verviers en Eupen. Even gaat het langs wat behuizing maar meestal kijken we uit op de frisgroene weides. Akkerbouw is er nauwelijks te zien waardoor de meestal grijsbruine wintertinten geen plaats vinden in dit landschap. Hier is het zomer en winter groen, behalve dan als er sneeuw ligt.

In een stukje bos bereiken we een kruispunt waar het onopvallende Croix du Petit-Jean staat, in het plaatselijke dialect "Lu creüs dé pêtit Djêhan". In de streek ten zuiden van Verviers zijn nogal wat soortgelijke kruisen te vinden. In de 16de eeuw maakte het Prinsbisdom Liège zich zorgen over de toenemende ontbossing door de opkomende ijzerindustrie. Er waren grote hoeveelheden hout nodig om de smeltovens te stoken. De prinsbisschop liet daarom stukken bos afbakenen waar niet mocht gekapt worden, en in de beste katholieke traditie werden daarvoor kruisen gebruikt. Bosbescherming avant la lettre! Pas veel later kreeg het kruis de naam van een persoon, waarschijnlijk om zijn dood op deze plaats te herdenken.

Bij het Croix du Petit-Jean verlaten we het GR 15 traject dat links afslaat. Wij lopen rechtdoor en komen terecht in het dorp Jehanster waar we de bus nemen naar het treinstation van Verviers.
Omdat deze tocht vooral door bos loopt is dit een aanrader op warme dagen. De temperatuur in de bossen is altijd een stuk lager dan in open terrein en bebouwde omgevingen.

 

Enkele beelden

We hebben een ander soort economie nodig. Een die draait om genoeg, eerder dan om altijd meer

We gebruiken enkel cookies die essentieel en nodig zijn voor de werking van onze website.