Mei 2024
De voorbije maanden waren natter dan ooit, en dat hebben we onderweg goed gemerkt. De veenbodem is maximaal doordrenkt en dat betekent op heel wat plaatsen ploeteren en zoeken naar de minst natte en modderige plekjes om toch maar vooruit te komen. Gelukkig zijn er ook hier en daar vlonderpaden die het stappen heel wat makkelijker maken. Maar op andere plaatsen was het dan weer erger dan we al ooit meemaakten.
De Polleurbeek oversteken
Kaart
Reis info
Je organiseert deze tocht best vanuit Verviers.
Vanuit het binnenland is er altijd om het uur een trein naar Verviers (lijn Oostende - Brugge - Gent - Brussel - Leuven - Liège - Verviers), in de week soms zelfs om het halfuur.
Aan het station Verviers-Central neem je om 9.45u TEC bus 390 richting Hocherath. 30 minuten later stap je af aan de halte Botrange Centre Nature. Na minder dan 10 minuten stappen, sta je waar de vorige GR 573 etappe eindigde.
Bus 390 heeft een eerder beperkte dienstregeling. Mis je de bus om 9.45u, dan is het bijna middag voor de volgende bus vertrekt. In de winter, als het kort dag is, riskeer je dan in tijdnood te komen, ook al omdat je in natte tijden tijdens deze tocht niet je normale stapritme haalt.
Bij het eindpunt aan de Pont de Belleheid klim je via een smal paadje de vallei uit naar de N640 waar je bushalte Sart-Lez-Spa Roquez vindt. Daar passeren regelmatig TEC bussen 294 en 395 die je in een half uur naar Verviers brengen, ook in de weekends en op vakantiedagen.
(Controleer deze info altijd zelf met de websites en apps van de betrokken openbaar vervoer maatschappijen - NMBS, De Lijn, TEC... Dienstregelingen wijzigen regelmatig, en verschillen naargelang het tijdstip van de verplaatsing)
De tocht - mei 2024
Ook deze tocht liepen we al verschillende keren, maar dat belet niet dat die altijd weer wat anders is. Zo ook deze keer. De voorbije maanden waren natter dan ooit, en dat hebben we onderweg goed gemerkt. De veenbodem is maximaal doordrenkt en dat betekent op heel wat plaatsen ploeteren en zoeken naar de minst natte en modderige plekjes om toch maar vooruit te komen. Gelukkig zijn er ook hier en daar vlonderpaden die het stappen heel wat makkelijker maken. Maar op andere plaatsen was het dan weer erger dan we al ooit meemaakten.
De eerste twee kilometer van de tocht lopen we op een lang rechtlijnig pad dat rechts uitkijkt op de uitgestrekte Fagne Wallonne. Aangekomen bij een uitzichtpunt staan we vlakbij het Signal de Botrange. Er zijn daar al een tijd ingrijpende verbouwingswerken bezig, maar aan de spot die het hoogste punt van België markeert (694m) wordt niet geraakt. Met de trappen van het kunstmatige Baltia heuveltje erbij kan je zelfs even op 700m hoogte staan. Deze plaats is pas sinds 1919 ons hoogste punt. Dat is het jaar waarin de Oostkantons door het Verdrag van Versailles van Duitsland naar België overgeheveld werden. Tot dan was de Baraque Michel ons hoogste punt (674m). In België spreken we niet over "onze hoogste (berg)top", want dat hoogste punt is niets meer dan een klein builtje op een enorme hoogvlakte die maar heel geleidelijk afloopt. Dat wordt mooi geïllustreerd met de amper 20m hoogteverschil tussen het Signal de Botrange en de Baraque Michel, terwijl beide plaatsen toch 3km uit elkaar liggen. Daarom ook wordt dikwijls naar de Hoge Venen verwezen als het "Dak van België".
Voorbij Botrange gaat het naar de Fagne de Poleûr waar we het didactisch leerpad volgen. Veel andere keuzes heb je daar niet, er loopt maar dat ene pad door dit veen. Het begint met een lang vlonderpad dat vervolgens overgaat in een grindpad. Onderweg passeren we het weerstation. Het was de zoon van de uitbater van de Mont Rigi herberg die begin 20ste eeuw begon met weerwaarnemingen. Tegenwoordig wordt het weerstation beheerd door de Universiteit van Liège. Het is zelfs uitgerust met een webcam die in de winter op een meetlat toont hoeveel centimeter sneeuw er (al of niet) ligt.
Onderweg zien we heel wat wolgras in bloei staan. De witte pluisjes komen bijna uitsluitend voor in dit soort hoger gelegen veengebieden. De vele oneffenheden in het terrein zijn overblijfselen van turfontginningen die hier tot zelfs na WO II bestonden.
Het is in dit veengebied dat de Poleurbeek ontspringt. Ontspringen is een groot woord. De beek ontstaat gewoon uit het vele water dat hier uit het veen wegsijpelt. De rest van de tocht zullen we grosso modo de vallei van de Poleurbeek blijven volgen, ook als de naam verandert in de Hoëgne.
Een behoorlijk avontuurlijk pad stijgt boven de vallei uit en levert enkele mooie uitzichten op. Aan de Pont de Béleu steken we de Poleurbeek over die op korte tijd uitgegroeid is tot een forse waterloop. Het toont het belang aan van de Hoge Venen als waterleverancier. En dan te bedenken dat de Poleurbeek maar een van de vele stroompjes is die ontstaan in de Hoge Venen.
We blijven nog even langs de beek stappen, maar verlaten die dan om wat hoger te klimmen naar een pad dat ons naar het dorpje Hockai zal leiden. Onderweg merken we dat steeds meer stukken dennenbossen gekapt worden om terug plaats te maken voor open veen. Vroeger werden de bomen massaal aangeplant voor de houtwinning. De keerzijde daarvan was dat men voor snelle afwatering moest zorgen want die bomen gedijen niet in watergebieden. Nu beseft men dat die afwatering één van de factoren was die bijdroegen aan de overstromingsramp van 2021. In plaats van het water zo lang mogelijk vast te houden in de bodem, liet men het zo snel mogelijk afvloeien naar rivieren zoals de Vesder en de Hoëgne. Bij intense regenval kunnen die de toevloed niet meer slikken en kregen we de overstromingen. Uiteraard zijn daar ook nog andere factoren voor verantwoordelijk. Er is de klimaatopwarming die ook zorgt voor meer regen in onze regio's. En er is de verharding, en het rechttrekken van de rivieren, en het verdwijnen van natuurlijke overstromingsgebieden, en de altijd verder oprukkende bebouwing, en ... zo kunnen we nog wel even doorgaan. Het is meer dan ooit tijd voor verregaande veranderingen. Maar in de praktijk zien we dat het klimaatthema meer en meer verdwijnt van de politieke agenda's. Economisch winstbejag en instandhouding van onze veel te luxueuze levensstijl zijn belangrijker dan de leefbaarheid van onze planeet en de toekomstige generaties. Het is een criminele houding die de wereld zuur zal opbreken.
Het pad verandert voortdurend. Nu eens vordert het door een open veenlandschap, dan weer door bos. Het is smal, dan weer breed, droog, dan weer verzopen. Waar er echt geen doorkomen meer aan is ontstaan parallelle paadjes. Voordeel is dat het nooit vervelend wordt.
Al van in Eupen loopt ons GR 573 traject samen met de GR 56 die de Oostkantons doorkruist. Bij een plek die aangeduid staat als "Les six hêtres" (De zes beuken) komt er een einde aan die lange samengang. De zes beuken in kwestie zal je op die plaats wel niet vinden. Ze staan, of liever stonden, zo'n honderd meter verder op het afgesplitste GR 56 traject. Mocht je zin hebben om ze te gaan bewonderen, weet dan dat ze bijna allemaal gesneuveld zijn door ouderdom en vocht. Vroeger was het een bekende plaats waar de herders rust en wat beschutting kwamen zoeken.
GRP 573 ploetert alleen verder richting Hockai. De vochtige toestanden blijven aanhouden, maar uiteindelijk bereiken we dan toch het dorp. Het is de eerste bewoonde plaats sinds we het hoogste punt bij Botrange verlieten. Vroeger stonden hier enkele povere boerderijtjes, maar de plaats is uitgegroeid tot een verzameling vakantieverblijven. We lopen het dorp door en dalen dan af naar de Pont du Centenaire. De brug, een gecementeerd gedrocht, dankt haar naam aan het honderdjarig bestaan van België in 1930, het jaar waarin ze gebouwd werd. Het was niet de eerste brug. Al vele eeuwen lagen hier bruggen over de Hoëgne, toen bekend als Pont de la Vecquée. De naam Vecquée komt van het Franse woord "évêque" dat bisschop betekent en dat verwijst naar de prins-bisschoppen van Liège die hier langs kwamen om naar de abdijen van Stavelot en Malmedy te gaan. De Vècquée is de eeuwenoude weg die ze volgden.
Op deze plaats bij de Pont du Centenaire vertrekt "La Promenade de la Hoëgne", een van de bekendste en populairste wandelstukken in België. De Hoëgnevallei was al een toeristische topper ten tijde van Leopold II toen de begoede burgerij zich hier een beeld kwam vormen van hoe een woeste wildernis er kon uitzien. Het pad loopt over stenen, boomwortels, modder, vlonders, brugjes, trapjes... Tot bij de Pont de Belleheid zijn dit 3,6 heerlijk avontuurlijke wandelkilometers. Dat het er erg druk kan zijn moet je er wel bijnemen.
Maar waar is de Poleurbeek gebleven die we eerder volgden? Het antwoord is eenvoudig: de Hoëgne is gewoon de verderzetting van de Poleurbeek. Kort voor de Pont du Centenaire verandert de naam. De Hoëgne stroomt verder naar Pepinster waar de rivier uitmondt in de Vesder. De overstromingen in 2021 hebben trouwens ook langs de Promenade de la Hoëgne heel wat vernielingen aangericht. Verschillende bruggen werden met de kolkende watermassa meegesleurd, en samen met delen van de oevers verdwenen ook grote stukken paden. Het wandeltraject werd sindsdien nagenoeg volledig vernieuwd.
Maar ook nu zorgt de overvloedige neerslag van de voorbije maanden voor moeilijkheden. Op een infobord hangt een mededeling dat het pad wat verder over meer dan 200m overstroomd is. We besluiten een hoger op de valleiwand gelegen pad te volgen om zodra het kan terug af te dalen naar de rivier. Het pad passeert bij een belvedère / schuilhut die we al een paar keer in de hoogte zagen staan tijdens eerdere wandelingen. Uiteindelijk blijven we op dat pad tot we kunnen afdalen naar de picknickplaats Legras, genoemd naar de man die 120 jaar geleden de Hoëgnewandeling uitwerkte en bekend maakte. Hier liggen ook de twee watervalletjes Leopold II en Marie-Henriette, beiden op een deftige afstand van mekaar zoals ze indertijd ook leefden.
De laatste anderhalve kilometer tot bij de Pont de Belleheid levert nog wat spectaculaire beelden op van de rivier die duidelijk heel wat meer water dan anders te verwerken krjgt.
Op het eindpunt installeren we ons op het terras van de taverne om bij een drankje nog wat na te genieten van het bruisende waterspektakel.
Er rest ons alleen nog een klein klimmetje naar de N640 om daar de bus op te stappen naar Verviers.
Sfeerbeelden